10 juni 2008

De Boekendief

‘Wanneer de Dood een verhaal vertelt, kun je maar beter luisteren’, zegt de ondertitel op de cover van de intrigerende roman ‘De Boekendief’ van de Australische auteur Markus Zusak. Wie dat advies ter harte neemt wordt meteen en onweerstaanbaar mee gezogen in het ontroerende, geestige, en hoogst origineel gecomponeerde verhaal over Liesel Meminger. 550 pagina’s lang onderhoudt de Dood de lezer over een hoopje mensen uit de Himmelstraat in Molching, een benepen stadje in de buurt van München en Dachau, tijdens WO2. Liesel wordt er door haar moeder om veiligheidsredenen ondergebracht bij een pleeggezin. Tijdens de treinreis daar naartoe neemt de Dood Liesels kleine broer Werner mee. Dat hoort nu eenmaal bij zijn job, verklaart hij verontschuldigend. Daarbij raakt hij voorgoed gefascineerd door het oudere zusje en haar geschiedenis. In haar radeloze verdriet raapt Liesel na de begrafenis een boekje op dat in de sneeuw verloren lag, een ‘Doodgravershandboek’, een handleiding in 12 stappen naar succesvol doodgraven. Dat boek wordt de enige troostende herinnering aan haar dode broer en aan een verdwenen kindertijd en met die diefstal stelt ze meteen een eerste daad van verzet tegen de gang van zaken. Gestolen boeken vormen de rode draad in dit bizarre oorlogsverhaal. Aan het eind zal Liesel er veertien verzameld hebben, die stuk voor stuk een link hebben met wat haar overkomt. ‘De Boekendief’ is een boek over de troostende én vernielende kracht van woorden en verhalen. Gekweld door boze dromen leert Liesel tijdens eindeloze slapeloze nachten lezen. Haar pleegvader Hans Hubermann – de zachtaardige accordeonist ‘met de zilveren ogen’- wordt haar leraar. Met engelengeduld en met het ‘Doodgravershandboek’ als macaber didactisch materiaal. Het stelen van boeken wordt een onweerstaanbare drang voor Liesel, want woorden werken verslavend, en bieden een bevrijdend tegengewicht tegen de woorden waarmee Hitler een waanzinnige oorlog organiseerde. Later zal Max Vandenburg, een in de kelder van de Hubermanns ondergedoken jood, de bladzijden van ‘Mein Kampf’ met witte verf overschilderen en er een nieuw verhaal in schrijven voor Liesel, als bezegeling van hun vriendschap. En na een soort Kristalnacht in het stadje, redt Liesel alweer een boek uit de brandstapel. In de schuilkelders brengt Liesel soelaas met haar voorleessessies en uiteindelijk zal het boek dat ze zelf in de kelder zit te schrijven voor haar redding zorgen tijdens een verwoestend en moordend bombardement. ‘De Boekendief’ is niet nog maar eens een oorlogsverhaal over nazi-Duitsland en de Holocaust. Dat heeft alles te maken met het bijzondere vertelperspectief en met de merkwaardige chronologie. Zusak voert de Dood op als een meesterlijke verteller met kennis van zaken. Geen voorspelbare ‘Magere Hein’ met zeis en ander toebehoren, maar haast van vlees en bloed: cynisch, grappig, welsprekend, irritant bedillerig, teder en vol mededogen tegelijk, doet hij zijn curieuze verhaal en probeert hij de sympathie van de lezer te winnen. Hij blijkt al even bang voor de mensen als die voor hem zijn. En bovendien ‘gekweld door mensen’ en het menselijk ras: ‘hoe één en hetzelfde tegelijkertijd zo lelijk en zo prachtig kon zijn, en zijn woorden zo vernietigend en zo briljant.’. Markus Zusak maakte een briljant geschreven en ingenieus bedacht cross-over boek dat onlangs terecht met een Zilveren Zoen werd bekroond. De Boekendief. Markus Zusak. Vertaald door Annemarie Lodewijk. The House of Books. Annemie Leysen