30 mei 2007

“De Witte Vesting” een roman voor de literatuur-elite… De inleiding van “De Witte Vesting” deed me hopen een spannende historische roman voorgeschoteld te krijgen, spijtig genoeg deden de eerste pagina’s van hoofdstuk één die droom te niet. Wat ik wel kreeg waren ellenlange beschrijvingen, slaapverwekkende gedachtegangen, wetenschappelijk uiteenzettingen, filosofische overpeinzingen en twee identiteiten… Twee identiteiten die samen komen - door omstandigheden - tot één symmetrische beeld, symbolisch aan beide zijden van een tafel gezet. Vervolgens zie je de twee identiteiten versmelten tot één geheel en merk je aan verschillende details dat ze elkaars rol gaan overnemen. De ene wordt de andere, de andere wordt de ene. Uiteindelijk weet je zelf niet meer wie de verteller van het verhaal is. Tijdens het lezen van “De Witte Vesting” heb ik me vaak afgevraagd waarom Pamuk een nobelprijs voor deze roman gekregen heeft. En omdat ik zelf het verhaal niet helemaal kon vatten en mijn uiterste best moest doen om er ook nog maar iets van te kunnen volgen, kon ik niets anders bedenken dan dat dit een roman voor de – wat ik zo graag noem - literatuur-elite is. Geoefende lezers met een grote kennis van de belangrijkste werken uit de literatuurgeschiedenis, achtergrondkennis van filosofie, psychologie, geschiedenis, actualiteit… En wat blijkt uit de epiloog…ik krijg gelijk. De roman bulkt van de verwijzingen naar verhalen van belangrijke auteurs (Servantes, Hoffmann, Dostojewski…), zit vol filosofische gedachten (Kepler), steunt op bedenkingen van grote denkers/uitvinders (Leonardo Da Vinci)… en heeft daarom een nobelprijs gekregen. Dat er buiten de literatuur-elite ook nog mensen bestaan die lezen om zich te ontspannen en daarbij liever niet in slaap vallen, heeft men vergeten… An Paeps
Orhan Pamuk, De witte vesting. Oninneembaar (voor jongeren)?

‘Saai, saai, saai’, waren de eerste adjectieven die me door het hoofd schoten na een tiental pagina’s Pamuk. En ik spiekte zowaar even tersluiks hoeveel pagina’s er nog te gaan waren. Ik begreep plots beter wat sommige van mijn studenten doormaken wanneer ze voor hun opleiding Nederlands‘leeslijstboeken’ tegen heug en meug tot zich moeten nemen. ‘Zo saai, mevrouw, ik kan er echt met mijn gedachten niet bij blijven’… En toch werden, naarmate de lectuur vorderde, mijn gevoelens genuanceerder. Steeds meer kreeg ik het gevoel dat ik de code niet bezat om dit boek te appreciëren. Ik stond als het ware zelf voor een schitterende vesting, maar de poorten bleven gesloten. Mijn gewone leeswapens voldeden niet. Het dubbelgangermotief, de bizarre relatie tussen meester en slaaf (en wie is wie?), de schildering van het 17de-eeuwse Istanbul, de zoektocht naar jezelf in/en de ander, het kon me nochtans op zich echt wel boeien. Maar tussen mij en een prettige lectuur stonden o.a. de wel erg slome verhaaltred, de vele uitweidingen, het geforceerd overkomende spel met literaire topoi (zoals het gevonden manuscript), de volstrekte afwezigheid van dialogen. Ik dacht toen aan wat ik wijsneuzig aan mijn studenten zeg wanneer het ‘saai saai saai’-bezwaar weerklinkt: misschien staat dit boek gewoon te ver af van het bekende, moet je zelf wat meer moeite doen om ‘in’ het boek te komen. Het lijkt me inderdaad het uitzoeken waard op welke punten Pamuk precies de Westerse lezer teleurstelt, en waar dat dan mee te maken kan hebben. Zou een situering van Pamuk in een meer ‘Oosterse’ verteltraditie misschien een heel ander licht op zijn roman werpen? Vanuit mijn eigen negatieve ervaring met het boek, vroeg ik me in het algemeen af in hoeverre dit boek voor-reeds enigszins voor literatuur geïnteresseerde- jongeren misschien wel een erg interessante verrijking van hun leesleven zou kunnen zijn. Men zou hun kunnen vragen van precies aan te geven waar hun baal-ervaringen bij het lezen van boek vandaan komen, en op die manier een soort collectief verwachtingspatroon van ‘goede’ literatuur kunnen construeren. Misschien zou dit soort oefening zelfs kunnen passen in een project ‘intercultureel literatuuronderwijs’, waarin ook wel film betrokken kan worden. Ook biografische info (b.v. over de relatie tussen de auteur en zijn broer, die gelijkenissen vertoont met die tussen de slaaf en de Hodja’) en gegevens over de genese van het boek (cf. wat Pamuk zelf vertelt in de epiloog) kunnen beslist een nieuw licht op Pamuks werk werpen. Jongeren kunnen in het beste geval op die manier leren om (voor)oordelen van divers allooi op te schorten en open te staan voor nieuwe leeservaringen. En dat lijkt me wel een aardige doelstelling om met ze na te streven. An De Vos

04 mei 2007

Leeslijstjes

Beste Readcommers, Ik maak even gebruik van de blog om jullie volgende oproep door te spelen. Stuur gerust door naar leeslievende kennissen en vrienden, veel groeten & een prettig weekend Frederika Leeslijstjes, iedereen kwam er al wel eens mee in aanraking. Als leerling, als leerkracht, als bibliotheekmedewerker, als ouder… En vaak zijn die leeslijstjes niet zo bevorderlijk voor het leesenthousiasme. Aftandse en eindeloos gekopieerde velletjes waarop auteurs prijken die al lang tussen de plooien van literatuurgeschiedenis zijn gevallen. Namen waar liefhebbers van het betere boek stuk voor stuk op afknappen. Kortom, de befaamde leeslijstjes zijn niet altijd het vertrekpunt voor leesplezier. En toch blijven ze generatie na generatie opduiken. Zo worden de leeslijstjes een stuk van ons erfgoed. Op de Dagen van de Literatuureducatie in november worden leeslijstjes op een ludieke en tegelijk kritische manier in de kijker gezet. En daarvoor hebben we véél leeslijstjes nodig. Oude, nieuwe, vergeelde, opmerkelijke, onleesbare, vooruitstrevende… alles is goed. Duik in je archief en vis de leeslijstjes uit jouw schooltijd op. Staat er een leerling aan de balie met een leeslijstje waar je haar rechtop van gaat staan, maak er een kopietje van. Of slaag jij er als leerkracht in om wél met uitdagende leeslijstjes aan de slag te gaan? Des te beter! Stuur jouw leeslijstje voor 1/07/2007 naar Lamot Erfgoedcentrum, Van Beethovenstraat 8/10, 2800 Mechelen. Openingsuren: elke dag (ook weekend), behalve maandag, van 10u-12u en van 13u-17u Vermeld erbij waar het vandaan komt, wie het heeft opgesteld, uit welke tijd het dateert… De twee meest opmerkelijke leeslijstjes belonen we met een literair geïnspireerde waardebon van 100 euro.